Eten is gedrag. Als we het hebben over gezonder eten, dan vraagt dat om een verandering in ons eetgedrag. Uiteindelijk gaat dat over wat en hoe we eten. Toch werkt het op de lange termijn meestal niet om een voorgeschreven dieet te volgen. Ons eetgedrag wordt namelijk onbewust beïnvloed door meerdere factoren. Dit kunnen persoonlijke overtuigingen zijn, maar bijvoorbeeld ook verleidingen van buitenaf. Pas wanneer we deze factoren inzichtelijk maken, kunnen we daar wat mee doen en ons gedrag daarop veranderen. Al die gedragsveranderingen samen maken een gezonder eetpatroon op de lange termijn mogelijk.
In mijn vorige blog voor Pro Education ben ik ingegaan op het belang van je inleven in de situatie van de cliënt bij voedingsvoorlichting. Onderdeel daarvan is het samen met de cliënt achterhalen waardoor hij of zij bepaalde bewuste en onbewuste eetbeslissingen maakt. Er zijn veel modellen en hulpmiddelen die je daarbij kunt gebruiken. In deze blog ga ik wat dieper in op ambivalentie en hoe je dat kunt onderzoeken met behulp van de beslissingsbalans.Als we alleen meer weten over wat gezonde voeding is, zullen we niet gezonder gaan eten. Toch zoeken mensen vaak naar menu’s en adviezen voor gezonder eten. Zij denken, of hopen wellicht, dat zij met het juiste dieet wél zullen afvallen of gezonder zullen gaan eten. Diëtisten en voedingsdeskundigen hebben vaak een mooie gedrevenheid om mensen te willen helpen en komen van daaruit al snel met standaardmenu’s en -adviezen. Er is echter een grote kans dat die onvoldoende aansluiten bij de kern van iemands probleem, de bron van de voedingskeuzes, waardoor deze geen goede of slechts een tijdelijke oplossing vormen.
Om tot de oorzaak van voedingskeuzes te komen kun je samen op zoek gaan naar mogelijke ambivalentie bij de cliënt. Ambivalentie is het conflict dat iemand voelt wanneer die iets wil en tegelijkertijd niet. Anders gezegd; elk gedrag heeft voordelen en nadelen.
Dat jij dit nu leest heeft bijvoorbeeld het voordeel dat je kennis en inzichten opdoet. Tegelijkertijd kunnen nadelen zijn dat je nu niet naar buiten kan, niet je vriendin eindelijk kan terugbellen en/of…. Welke voor- en nadelen ervaar jij hierbij? Deze zijn verschillend per persoon.De dilemma’s die ontstaan door ambivalentie kunnen verlammend werken op gedragsverandering. Ook als iemand zich weinig bewust is van zijn dilemma’s. Er wordt dan eerder vastgehouden aan het bestaande gedrag en het gedrag dat op korte termijn prettiger is. Daarom is het goed om ambivalentie te onderzoeken en erkennen. Dat kun je tijdens een individueel begeleidingstraject doen, maar ook als je met groepen werkt.
Als ik met groepen werk, maak ik deelnemers vaak in het begin al bewust van ambivalentie die er kan en mag zijn. Met de erkenning van de ambivalentie wordt het begrip naar elkaar groter en de drempel voor sociaal wenselijke antwoorden in de groep lager. Bij een bijeenkomst waarin gesproken wordt over minder snoepen, vraag ik bijvoorbeeld eerst aan de deelnemers om voordelen van snoepen te benoemen. Door de ambivalentie te onderzoeken en erkennen worden deelnemers, en cliënten bij een-op-eenbegeleiding, zich bewuster van hun persoonlijke dilemma’s, waardoor ze daar wat mee kunnen.
Ambivalentie uit zich in wat vaak als excuses wordt gezien. Bijvoorbeeld; “Ik wil wel meer verse producten gebruiken, maar ik heb geen tijd om te koken.” Of “Ik wil graag meer groente eten, maar de meeste groente vind ik te bitter.” In gesprek met iemand die ambivalent over nieuw gedrag is, hoor je vaak ‘ja, maar….’ in de reacties terugkomen. Zie dit niet als excuses, maar als tekenen dat iemand verandering overweegt.
Wat je dan kan doen is met de cliënt een beslissingsbalans maken. Hiermee wordt inzichtelijk wat de voor- en nadelen zijn van een gedragsverandering. Zo’n gedragsverandering kan bijvoorbeeld meer groente eten zijn. De cliënt benoemt zowel voor- en nadelen van het huidige gedrag/situatie; weinig groente eten, als van het nieuwe gedrag/situatie; veel groente eten. Belangrijk is dat de cliënt zelf de voor- en nadelen benoemt die hij of zij zelf ervaart. En dat jij daarbij niet stuurt of aanvullingen geeft. Je kan wel stimuleren om zowel aan de korte als aan de lange termijn te denken. Want juist die langetermijnvoordelen zijn in het moment van een voedingskeuze een kleinere motivatie.
Huidig gedrag | Nieuw gedrag | ||
Voordelen | Nadelen | Voordelen | Nadelen |
|
Isabelle Groenstege - voedingsdeskundige
Isabelle is voedingsmiddelentechnoloog BSc en voedingsdeskundige MSc en werkt voornamelijk met groepen. Zij ontwikkelt educatiematerialen en verzorgt workshops en lessen in voeding en leefstijl vanuit haar bedrijf My FoodStyle. Haar kennis en ervaringen in de groepsvoorlichting deelt zij via praktijkvoorbeelden en tips met voedingsdeskundigen en diëtisten.