Als kinderen te lang doorgaan met duimen kan dat vervelende gevolgen hebben. Ouders doen er daarom goed aan deze gewoonte van hun kind al in het babystadium af te leren.
Baby’s zuigen vaak op hun duim of vingers. Die zuigreflex is belangrijk voor hen, want zo leren ze drinken uit de moederborst. Daarnaast verlaagt duimen de harstslag en bloeddruk. Krijgt een baby eenmaal vast voedsel, dan heeft duimzuigen geeft functie meer. Toch blijven sommige kinderen uit gewoonte lang doorgaan met duimen. Zelf tot na hun zevende jaar.
Niet bevorderlijk voor de gezondheid
Bevorderlijk voor de gezondheid is dat niet. Lang doorgaan met duimen werkt verschillende problemen in de hand. De tong en tanden gaan verkeerd staan, waardoor problemen met praten kunnen ontstaan. De bovenkaak en het gehemelte raken misvormd met als gevolg het scheef groeien van het neustussenschot. Een openstaande mond en mondademhaling kunnen ook een gevolg zijn. De beschermende functie van het speeksel neemt dan af en daardoor is de kans op tandvleesontstekingen en gaatjes in tanden en kiezen groter.
Beproefde manieren
Een diep gewortelde gewoonte afleren is moeilijk. Dat geldt ook voor duimen. Maar er zijn beproefde manieren om het voor elkaar te krijgen. Een techniek die vaak wordt gebruikt bij kinderen die ouder zijn dan 7 is de gedragsomkering. Steeds wanneer een kind zichzelf betrapt op duimen, voert hij de bewegingen van het duimen in omgekeerde volgorde uit. Dat doet hij 5 keer. Merkt iemand anders het, dan doet het kind de oefening 10 keer achter elkaar. Gedragsomkering heeft het meeste effect wanneer iemand anders dan de ouder de begeleiding op zich neemt. Een logopediste bijvoorbeeld. Vreemde ogen dwingen.
